Kerstverhaal: De niet zo wijze Wijzen uit het Oosten

12-12-2015 20:25


 Dit verhaal speelt zich heel, heel lang geleden af. Zelfs zo lang dat nog niemand de moeite had genomen om op een beetje christelijke manier de
jaartelling bij te houden.

In het mooie plaatsje Babylon, ver hier vandaan zat een groepje amateur astrologen onder het genot van een bakkie verse mint thee naar de sterren te
staren. Het was een heldere avond en de sterren twinkelde en schitterden dat het een lieve lust was.

De groep bestond uit zes mannen; Caspar een donkere man van in de zestig, Melchior een veertiger met grijze baard en grijze lokken waardoor hij er een
stuk ouder uitzag dan zijn 40 lentes, Ludovicus ook rond de veertig en naast amateur astroloog ook een vervend tuinier, de vondeling Schelto een jong
uitziende dertiger met het syndroom van Gille de la Tourette, Balthasar een hippe twintiger die een behoorlijk centje bijverdiende met een illegale mirre
kwekerij en tot slot Æneas die waarschijnlijk rond de 35 jaar was maar hier geen uitspraak over wilde doen.

Deze groep amateur astrologen hadden enkele jaren geleden dit clubje opgericht en noemde zichzelf 'النجمة' (spreek je uit als enezmatu hetgeen betekent 'Het Sterretje'). Al snel na de oprichting bleek er een verschil in intellect binnen de groep. Grofweg gezegd waren Caspar, Melchior en Balthasar toch wel wat slimmer dan Ludovicus, Schelto en Æneas. Dit verschil was op zich niet zo'n probleem want de mannen konden uitstekend met elkaar opschieten. Soms maakte Caspar, Melchior en Balthasar een beetje misbruik van de onnozelheid van de andere drie. Zo hadden zij op het corvee rooster de meest vervelende klusjes toebedeeld aan Ludovicus, Schelto en Æneas.

Afijn, op een heldere avond zaten de mannen dus naar de hemel te staren. Er was iets geks aan de hand maar zij konden er in de eerste instantie niet de
vinger op leggen. Vooral Ludovicus, Schelto en Æneas hadden geen idee van de legplaats van die vinger. Het leek erop dat er twee nieuwe sterren aan het
firmament waren verschenen. Een prachtige zilveren ster en een heel bijzondere roze ster met slechts 5 punten maar wel 5 hele mooie punten. De roze ster werd geflankeerd door 10 kleine transparante sterretjes. Wat zou dat nou toch kunnen zijn vroegen de mannen zich af. Melchior was al in een stapel boekrollen gedoken, Schelto dacht dat hij ergens in de laatste 'Spijkerschrift actueel' een artikel had gelezen over het sterren-elftal en Balthasar snoof een lijntje van zijn beste mirre.

Caspar hield zich opvallend stil terwijl Ludovicus en Æneas de vuilniszakken aan de straat gingen zetten want het was immers de eerste donderdag van de maand.

Schelto had de kleitablet van 'Spijkerschrift actueel' gevonden met het artikel dat hij bedoelde. Hij hield ervan om hardop voor te lezen en begon dan ook met luide stem aan het verhaal over het 'sterren-elftal'. Schelto kon eigenlijk helemaal niet zo goed voorlezen. Door zijn Gille de la Tourette was er veel extra tekst zodat het oorspronkelijke verhaal heel moeilijk was te volgen. Balthasar, Melchior en Caspar waren überhaupt niet zo gecharmeerd van de
artikelen van 'Spijkerschrift actueel'. Zij vonden het een sensatietablet waarbij de journalistieke professionaliteit af en toe ver te zoeken was. Ook het formaat van 'Spijkerschrift actueel' vonden zij niet zo prettig, broadsheetkleitabletten. 's Morgens aan de ontbijttafel is dat gewoon niet zo handig. Dit alles plus het gehakkel en gescheld van Schelto maakte dat de drie na de eerste alinea al waren afgehaakt. Zij bleven naar de sterrenhemel kijken en lieten hun
eigen gedachten over deze kwestie gaan.

Æneas en Ludovicus waren echter razend enthousiast over de theorie van het 'sterren-elftal'.  Æneas was een voetballiefhebber en zag de tien transparante sterren als veldspelers en de roze ster als doelman. De prachtige zilveren ster kon hij niet zo goed plaatsen omdat deze ster aan de hemel ook iets verder van de rest stond. Wellicht was de zilveren ster de trainer?

Ludovicus had een voorliefde voor roze hetgeen in zijn tuin goed was terug te zien in de overdaad aan roze Hortensia's. Hij zag de prachtige zilveren ster
amper omdat de roze ster al zijn aandacht opvroeg.

Toen de ochtend begon te gloren en de sterren niet meer zo goed zichtbaar waren gingen de mannen naar huis. De bijeenkomsten van 'النجمة' waren alleen in
de avond en nacht van donderdag op vrijdag.

Na een week kwamen Balthasar, Ludovicus, Schelto, Melchior, Æneas en Caspar weer bij elkaar. Alleen Ludovicus en Schelto hadden elkaar de afgelopen week gezien. Schelto was Ludovicus komen helpen in de tuin met het snoeien van de roze Hortensia's.Samen hadden zij gefantaseerd over 'het sterren-elftal'.  De roze ster was voor Ludovicus inmiddels uitgegroeid tot zijn lievelingsster. Natuurlijk hadden de andere vier in de afgelopen week ook hun gedachten laten gaan over de mogelijke betekenis van de nieuwe sterren aan de hemel.

Al voor de opening van de bijeenkomst waren Melchior en Caspar in een heftige discussie verwikkeld wat zij moesten doen met deze sterren. Zij hadden de afgelopen week gezien dat de sterren in beweging waren gekomen. De zilveren ster was recht naar het westen aan het schuiven en de roze ster met de tien transparante sterretjes iets meer noordwest. Het verschil tussen west en noordwest was klein maar in de berekeningen van Melchior was het verschil wel degelijk significant aanwezig.

Ondertussen zat Balthasar maar te bazelen over 'in excelsis', 'spiritui', 'et semper', 'dominum'. Balthasar was òf heel intelligent òf hij had een paar lijntjes mirre te veel gesnoven. Æneas had de hele week gedroomd van voetbal en had de beste 10 spelers ter wereld een ster bedeeld. Welke voetballer de roze ster moest krijgen, daar was hij nog niet over uit. Nou ja, het moest wel een doelman zijn natuurlijk dat stond buiten kijf.

Tijdens het mint-thee moment nam Caspar het woord. Hij had het voorstel om de zilveren ster te gaan volgen. 'Het lijkt wel of deze ster ons ergens naar
toe wil leiden' zei hij. 'Gaan we dan ook de roze ster volgen?' vroeg Schelto. 'Nee' zei Caspar heel stellig 'De roze ster is minder mooi dan de zilveren ster.
Roze is geen edelmetaal en zilver wel, er is dan ook geen enkele gegronde reden om de roze ster te volgen.'

Schelto was door dit argument volledig uit het veld geslagen. Hij had wel het gevoel dat de argumentatie niet heel sterk was maar waar dit 'um' nou
precies in lag, dat wist hij niet. 'Brúne stjer!!' schreeuwde hij maar dat kwam door zijn Gille de la Tourette, die kwam altijd sneller om de hoek kijken als hij zich niet zo op z'n gemak voelde. Ludovicus liet zich echter niet zo snel onder de tafel praten door Caspar. Hij was dol op de roze ster, en edelmetaal of niet, als er een ster gevolgd moest worden dan was dat de roze en niet de zilveren!

De groep was dus verdeeld over de te volgen ster. Balthasar, Melchior en Caspar waren het roerend met elkaar eens. Zilver moest gevolgd worden en niet
die malle roze ster met zijn tien transparante nep sterretjes. Ludovicus, Æneas en Schelto wisten juist weer heel zeker dat de roze ster de belangrijkste was hij
had tenslotte ook nog eens tien sterren om zich heen. Nee, zij twijfelden er geen moment aan, de roze ster moest worden gevolgd.

Zoals wel vaker in het Midden-Oosten bleek het meningsverschil te groot om tot een compromis te komen. De enige oplossing was om de club in tweeën te
splitsen. De enkele jaren geleden met veel bombarie opgerichte amateur astrologie club 'النجمة' werd nog dezelfde avond opgeheven.

De volgende nacht gingen de twee trio's elk achter hun ster aan. Balthasar, Melchior en Caspar naar het westen en Ludovicus, Æneas en Schelto naar het
noordwesten. Tot de plaats Rutba waren zij, i.v.m. korting op de tolgelden, nog genoodzaakt hetzelfde pad te nemen maar daarna ging ieder trio zijns weegs.

Hoe het Balthasar, Melchior en Caspar is vergaan dat weten jullie wel maar Æneas, Schelto en Ludovicus da's een heel ander verhaal.

Ik beperk mij tot een samenvatting van de ruim 4470 afgelegde kilometers. De reis verliep tot de grens van Galatia en Asia (de huidig Turks-Syrische
grens) uitermate prettig en rustig. In het grensgebied bij Asia werd de kameel van Æneas neergeschoten. Volgens de Asiase grenswacht had Æneas een stopbord genegeerd. Gelukkig was de kameel van Æneas een tweedehandsje en eigenlijk wel aan vervanging toe. Æneas had er natuurlijk wel de smoor in dat de Asiasen hem op deze manier op kosten hadden gejaagd. Hij besloot daarom pas in Masedonia (o.a.het Griekenland van nu)een nieuwe kameel te kopen zodat hij de Asiase economie niet zou steunen. Dat betekende wel dat hij de hele reis door Asia de ene dag op de kameel van Schelto meereed en de andere dag op de kameel van Ludovicus. Heel comfortabel was dit niet maar ja, principes heb je nou eenmaal niet voor het comfort.

Nadat Æneas vanaf Masedonia weer over een eigen kameel beschikte ging de reis weer wat vlotter. In Moesia genoten de mannen van de prachtige natuur en
de heerlijke alcoholische drankjes. Waarschijnlijk waren die heerlijke drankjes de oorzaak van de kleine omweg door Dacia. In het reisverslag schrijft Ludovicus dat in Moesia de roze ster en de tien transparante sterretjes zich opeens verdubbelde! Deze waarneming maakte dat de drie mannen zich nog zekerder voelden over de keuze van hùn roze ster.

De omweg door Dacia bleek later een zegen te zijn geweest. De Dacianen vertelden dat het in Pannonia (Joegoslavië) een zooitje was. Er was ruzie tussen dorpjes en dorpjes, tussen dorpjes en steden, tussen steden en steden, kortom iedereen had ruzie met iedereen in Pannonia. Vanuit Dacia had men ooit
geprobeerd in te grijpen maar dat was niet gelukt. Een bekende kleitablettekenaar had de ruzies vastgelegd op een aantal kleitabletten maar deze tabletten waren zoekgeraakt toen ze zouden worden afgebakken. Daarom geloofden de omliggende landen niet dat het in Pannonia zo'n ellende was en lieten de  Pannonianen lekker door vechten en ruziën. Vooral voor de schoolgaande jeugd was dit een vervelende situatie. Eerst leerden zij bij topografie over het land Pannonia met de hoofdstad Belgrado. Vervolgens konden zij zowat ieder jaar hun hersentjes herprogrammeren met nieuwe landen en hoofdsteden. Nee, de Pannonianen hadden geen enkel oog voor de gevolgen van hun eeuwige geruzie.

Maar goed, Ludovicus, , Æneas en Schelto waren met plezier door Dacia getrokken. Na enkele dagen was het extra setje roze ster en tiental transparante sterretjes weer verdwenen. De mannen trokken door bergen en door dalen, door dalen en door bergen. Na maanden en maanden achter de roze ster te
zijn gereden kwamen Ludovicus, Æneas en Schelto in Germania aan.

In Germania woonden hele aardige en hartelijke mensen. De wegen in Germania waren ontzettend mooi en goed. Je kon er dan ook onwijs hard rijden. De
Germanen hadden ook hele bijzondere kameelachtigen om hard mee te rijden. Deze kameelachtigen noemde de Germanen Pferde. Die Pferde waren heel gestroomlijnd omdat er geen bulten opzaten. Echt, machtig mooie beesten waren dat hoor, die Pferde. Æneas had zich natuurlijk nog niet zo lang geleden verdiept in allerlei typen en modellen kameel dus hij wist wat er te koop was op dit gebied. Æneas ruilde daarom zijn nieuwe kameel in voor een Pferd. Hij had een goeie deal want er zaten nog redelijk weinig kilometers op zijn kameel.

In Germania dronk men ook een soort geel sap met wit schuim bovenop. Vooral Ludovicus lustte dat gele sap wel. Al vrij snel dachten de Germanen dat hij
Lelelalllludovicus  heette. Æneas en Schelto dronken het gele sap alleen als het heel erg warm weer was.

De reis door Germania ging dus lekker vlot. Er waren wel bergen en flinke heuvels enzo maar die wegen sneden daar gewoon dwars doorheen. Echt snel die
wegen.

Naar mate de drie verder naar het noordwesten kwamen des te platter werd het land. Op een gegeven moment was het land zelfs zo plat als een dubbeltje.
Al hadden Lelelallludovicus, Schelto en  Æneas geen idee wat een dubbeltje was. De Germanen die op dat hele platte land woonden waren wel wat minder gezellig en hartelijk dan de Germanen uit de bergen en heuvels.

Vlak bij het dorpje Haren kwamen de mannen allemaal jonge Germanen tegen. Ze waren heel opgetogen want ze gingen naar een feest in Haren. Een α-feest werd het genoemd. De meeste jongeren wisten niet eens precies wat voor feest dat α-feest was. Misschien was het wel gewoon een verjaardagsfeestje, ach ze zouden het wel zien. Ludovicus,  Æneas en Schelto vonden zichzelf iets te oud voor zo'n α-feestje en richtten zich weer op de roze ster.
De ster leek wel iets langzamer voort te bewegen. Zouden zij dan bijna op de plaats van bestemming zijn?

Na een kleine midweek was de ster boven het kleine gehucht Bartlehiem helemaal tot stilstand gekomen. Toen Ludovicus, Æneas en Schelto  dichterbij
kwamen zagen zij dat de ster pal boven de herberg van Bartlehiem stond. De herberg droeg de naam 'It Bûthús' wat in het modern Nederlands, de stal
betekent. Het stond er ook onder hoor in hele kleine lettertjes: 'De stal'

'Wat vreemd', zei Schelto tegen zijn twee vrienden. 'Zonder die vertaling wist ik al dat 'It Bûthús' stal betekent'. Ludovicus en Æneas keken elkaar aan
en dachten er het hunne van.

De mannen gingen 'It Bûthús' binnen en werden hartelijk ontvangen door de vrouwelijke herbergier. 'Hertlik wolkom, ik bin Maria de Herbergier wêrmei kin ik jimme fan tsjinst syn?' (hartelijk welkom, ik ben Maria de herbergier, waarmee kan ik jullie van dienst zijn?).

Er ging een schok van herkenning door Schelto heen. Hij kende deze taal! Hij vertelde Maria dan ook in vloeiend....tja welke taal was dit eigenlijk.... waar zij vandaan kwamen en waarom zij hier bij 'It Bûthús' terecht waren gekomen. Maria was verheugd en klapte blij in haar handen. 'Ik zal voor Ludovicus en Æneas gewoon A.B.G. (Algemeen Beschaafd Germaans) spreken, de taal die jij en ik spreken Schelto is Frysk.'

Maria was blij dat zij eindelijke eens gasten had in de herberg want de zaken in 'It Bûthús' liepen niet zo goed. Maria riep daarom de hele familie bij
elkaar om snel een groot diner in elkaar te flansen. Ondertussen gingen Ludovicus, Schelto en Æneas zich wat opfrissen op hun slaapkamer. 'Zeg Schelto', zei Æneas 'Is het jou opgevallen dat Maria best wel veel op jouw lijkt?' Schelto keek in de spiegel en dacht terug aan het gezicht van Maria. Hij knikte langzaam en moest toegeven dat Æneas wel een beetje gelijk had.

In de gelagkamer was de tafel prachtig gedekt. De familie van Maria had ook plaatsgenomen aan tafel. Maria's echtgenoot Jozef die zichzelf als Jouwert
voorstelde, Maria's moeder Aachje, Maria's broer Moense en de acht kinderen van Maria en Jouwert, Adde, Beert, Caatje, Diewke, Epke, Foppe, Gaaie en Hotske.
Jouwert glimlachte toen hij de verbaasde gezichten van de drie mannen zag 'Ja, jongens wij willen het hele alfabet op deez' aardkloot zetten dus nog 18 koters
te gaan.' 'Jouwert is timmerman en heeft een fabriekje waar hij kribbes maakt' vertelde Maria. Lachend gaven ze toe dat ze ooit wel eens hadden bedacht om de volgende baby's maar in kribbes te leggen om geld te besparen op wiegjes.

Het werd een ontzettend gezellige avond daar in Bartlehiem. Ludovicus, Æneas en Schelto vertelden over hun werk, hobby's en familie.  Aan het eind van de avond stond oma Aachje op en vertelde dat zij een belangrijke mededeling had. Na deze avond vol verhalen, wist zij het zeker vertelde ze. Het verhaal van de vondeling Schelto had haar diep ontroerd. Tweeëndertig jaar geleden was haar pasgeboren zoontje uit de wieg gestolen en nooit meer terug gevonden. Aachje wist bijna zeker dat Schelto haar zoon was. Op de linkerschouder van de gestolen baby zat een moedervlekje in de vorm van een hartje.

Voordat Schelto er erg in had vlogen Maria, Ludovicus en Æneas op hem af en trokken zijn jas van zijn linkerschouder. En ja hoor, op de schouder zat de
moedervlek in de vorm van een hartje. Maria, sloeg haar armen om de nek van Schelto. 'Ik ben je zus!' riep Maria.

In herberg 'It Bûthús' bleef het die avond nog lang onrustig. Hoe het verder ging? Ludovicus, Schelto en Æneas bleven in Bartlehiem. Æneas trouwde
met de veel jongere Hotske en zij begonnen samen een kruidenierswinkel, en noemde deze AH.
Ludovicus en Schelto gingen samenwonen in een roze huis en kweekten roze Hortensia's voor de export en natuurlijk om het huis nog verder op te fleuren.
Ludovicus was overigens wel vaak Lelelalllludovicus hetgeen enige spanning gaf in het kleine Bartlehiem.

En nog verder? Iedereen leefden nog lang  en gelukkig. Nou ja lang, de gemiddelde leeftijd in die tijd was 63 jaar
en echt gelukkig was men ook niet..............